Small Animal vet Heskes

Het castereren van honden
Reutjes worden groot en dan is de vraag: moet ik mijn reu laten castreren en, zo ja, wanneer? Anders dan bij katers is het bij gezonde honden niet nodig om uw reu te laten castreren vanwege medische redenen. Wel wordt castratie geadviseerd wanneer bepaald gedrag dit nodig maakt. Vaak zijn het honden van gering formaat die voor de eigenaar vervelend gedrag gaan vertonen vanaf de puberteit.

Voordelen van castratie van de reu
Hieronder staan enkele redenen om uw hond te laten castreren. 

• Overmatig seksueel gedrag. Het grootste probleem is het constant willen ontsnappen van en wegrennen door uw reu als er een loops teefje in de buurt is. Ook kan dit ervoor zorgen dat uw reu meerdere dagen niet wil eten, alleen maar bij de deur zit te piepen en alle aandacht naar de teefjes gaat. Andere honden ‘rijden’ vooral op andere dieren of tegen mensen en voorwerpen. Wanneer dit het geval is wordt u aangeraden om uw reu te laten castreren. Dit is namelijk gedrag dat door castratie vrijwel zeker zal verdwijnen.

• Voorhuidontsteking. Het overgrote deel van de reuen heeft een voorhuidontsteking. Deze aandoening wordt gekenmerkt door een etterige uitvloei die aan de top van de voorhuid te zien is. Bij sommige reuen neemt een voorhuidontsteking zulke vormen aan dat dit in huis onhygiënisch wordt. De aandoening is niet te genezen en er wordt vaak geadviseerd regelmatig de penis schoon te maken en te spoelen. Wanneer u uw hond laat castreren is de kans 90% dat de voorhuidontsteking zal verdwijnen.

• Een niet-gesteriliseerde teef in huis. Heeft u ook een niet-gesteriliseerde teef in huis, dan ligt het medisch gezien voor de hand om de teef te laten steriliseren.

• Oudere reuen hebben meer kans op een prostaatvergroting. Wanneer deze prostaatvergroting te veel problemen begint te veroorzaken doordat uw hond bijvoorbeeld moeite heeft met het de ontlasting, bestaat de behandeling onder andere uit chemische of chirurgische castratie. Ook tumoren in de testikels zijn een medische reden om deze te verwijderen.

• Agressief en dominant gedrag ten opzichte van andere honden, vaak naar niet-gecastreerde reuen. Er is een kans dat dit een stuk minder wordt na de castratie, maar er spelen in dit geval ook andere factoren mee zoals het karakter van de hond. Om een idee te krijgen of dit gedrag verminderd na de castratie, kan er eerst gekozen worden om uw reu chemisch te laten castreren. Agressie tegen mensen gaat vaak gepaard met opvoedingsproblemen en zal nooit door enkel castratie verdwijnen. Een castratie kan wel helpen uw reu iets rustiger te maken zodat er, in combinatie met gedragstherapie, aan gewerkt kan worden. Naast agressief gedrag dat voortkomt uit angst of territoriale verdediging spelen ook andere zaken een rol en wordt gedragstherapie aangeraden.

 

Als castratie niet standaard wordt aangeraden, wat zijn dan de nadelen?

• De operatie zelf heeft enkel kleine risico’s, maar wordt als een routineoperatie gezien.

• Bij gecastreerde reuen komt iets vaker prostaatkanker voor. Dit is vooral het geval bij honden die op latere leeftijd worden gecastreerd. Het ontstaan van kanker gebeurt niet door de castratie zelf, maar de al aanwezige kankercellen bij oudere honden kunnen makkelijker tot ontwikkeling komen.

• Uw hond kan toenemen in gewicht aangezien het metabolisme (de stofwisseling) afneemt door de vermindering van testosteron. Na de castratie wordt u altijd ingelicht hierover en zal de dierenarts u adviseren uw reu dertig procent minder voer te geven dan voorheen. Bepaalde rassen zijn hier meer gevoelig voor dan andere rassen en de levensstijl speelt ook een rol.

• Het veranderen van de vachtstructuur wordt door veel mensen ook als een nadeel gezien. De vacht wordt dikker, krult meer en is moeilijker te onderhouden. Net zoals bij het dikker worden, is dit erg afhankelijk van het ras. Zelfs bij honden van hetzelfde ras zal de ene reu wel een andere vacht krijgen en blijft de andere reu compleet hetzelfde. Dit is door de dierenarts vooraf dus moeilijk te voorspellen.

 

U wilt uw hond toch laten castreren; wat nu?

In de meeste gevallen wordt er direct een chirurgische castratie gepland maar twijfelt u of wilt u eerst zien of castreren effect heeft op het gedrag van uw reu, dan is chemische castratie een optie. Wat is chemische castratie? Aan deze vorm van castratie komt geen chirurgie te pas. De testikels (teelballen) blijven op hun plaats. Door middel van het inspuiten van een vloeistof of het injecteren van een klein staafje, wordt het hormoon testosteron onderdrukt. Afhankelijk van welke vorm van chemische castratie wordt toegepast, kunt u een bepaalde periode zien of er verandering in het gedrag optreedt. Is er geen verschil te zien, dan is de kans klein dat een chirurgische castratie dit wél zal verminderen.

 

Verschillende wijzen van chemisch castreren

De eerste optie is het inspuiten van Vetadinon (Delmadinonacetaat). Vetadinon is een progesteronderivaat. Bij mannelijke dieren heeft dit een remmende omkeerbare werking op het seksuele gedrag en de ontwikkeling van sperma. Het effect kan na ongeveer 48 tot 72 uur gezien worden en houdt maximaal zes weken aan. De andere optie is Suprelorin. Dit is een klein staafje dat onder de huid wordt aangebracht. Suprelorin heeft een langere werking dan Vetadinon en kan afhankelijk van de grootte zes of twaalf maanden werkzaam zijn. Het nadeel is dat het de eerste drie weken juist een extra stimulatie kan geven waardoor het gedrag in deze periode verergert. Ook moet u er rekening mee houden dat uw reu tot acht weken na het injecteren nog vruchtbaar kan zijn. De stof die wordt uitgescheiden door het staafje zorgt ervoor dat de testosteronproductie sterk afgeremd wordt. Het implantaat lost vanzelf op. In ernstige gevallen kan het zelfs aan te raden zijn om zowel operatief als chemisch te castreren. Het effect van operatieve castratie kan soms pas na enkele weken duidelijk zijn en dan helpt de chemische castratie in deze periode het gedrag onder controle te houden. 

 

Operatieve castratie

In 90% van de gevallen wordt er direct gekozen voor operatieve castratie. Als uw dierenarts uw hond algemeen heeft onderzocht, maakt u een afspraak en zal u verteld worden dat u op de dag van de afspraak de hond geen eten mag geven. Dit voorkomt dat honden gaan braken door de sedatie. Er wordt eerst een injectie gegeven met een verdovingsmiddel (premedicatie), waarvan de hond, vaak in uw aanwezigheid, in slaap valt. Vanaf dat moment wordt hij overgenomen door de assistente of de dierenarts. Een tweede injectie wordt gegeven om uw hond onder narcose te brengen (inductie). Als de hond volledig slaapt wordt het gebied rondom de testikels geschoren en gewassen. Tijdens de operatie wordt er een klein sneetje gemaakt op de penis voor de balzak (scrotum). Beide testikels worden via deze ene snede verwijderd. De wond wordt gehecht en de hechtingen worden onderhuids geplaatst. Ondanks dat de hechtingen niet aan de buitenkant te zien zijn, gaan reuen vaak aan de wond likken en moeten zij daarom preventief enkele dagen een kap ophouden. Tijdens de operatie en na de operatie krijgt uw hond pijnstillers mee naar huis. Goede pijnstilling bevordert de genezing.